De Y-zaadcellen zijn "sprinters" die in staat zijn om zeer intense maar korte inspanningen te leveren. Om het de Y-zaadcellen makkelijker te maken, kan je bijgevolg een standje kiezen waarbij ze een minder lange weg moeten afleggen.
Penetratie langs achter, m.a.w. het standje dat ook wel eens ‘op zijn hondjes' wordt genoemd, is bijgevolg warm aanbevolen.
Bij dit standje wordt het sperma dadelijk aan de baarmoederhals (of zelf erin) gedeponeerd. Zo gaan er minder zaadcellen verloren rond de baarmoederhals en wordt contact met de zure omgeving van de vagina vermeden.
Een diepe penetratie langs achter op het moment van de ejaculatie verhoogt dus de kans op een jongetje.
Het is tevens aan te raden na de ejaculatie dadelijk op te staan. Op die manier blijft het sperma niet te lang in contact met het baarmoederslijmvlies. De bedoeling hiervan is de tragere X-zaadcellen zo weinig mogelijk gelegenheid te geven om via het baarmoederslijmvlies de eileider te bereiken.
De X-zaadcellen verplaatsen zich trager dan de Y-zaadcellen maar beschikken over een beter uithoudingsvermogen.
Om de kans op een meisje te verhogen, moet je er dus voor zorgen dat de Y-zaadcellen uitgeput raken tijdens hun lange reis naar de baarmoeder.
De missionarishouding (waarbij de man op de vrouw ligt) is hiervoor het meest geschikt omdat het met dit standje onmogelijk is het sperma bij de baarmoederhals te deponeren. Op die manier kunnen er Y-zaadcellen verloren gaan rond de baarmoederhals en moeten de Y-zaadcellen zich een weg banen door de zure omgeving van de vagina.
Uiteindelijk zullen de X-zaadcellen die het baarmoederslijmvlies kunnen binnendringen talrijker zijn dan de Y-zaadcellen want de X-zaadcellen kunnen beter gedijen in de zure omgeving van de vagina.
Een penetratie die niet diep is op het moment van ejaculatie verhoogt dus de kans op een meisje.
Het is tevens aan te raden om na de ejaculatie op de rug te blijven liggen om de X-zaadcellen de tijd te geven om het baarmoederslijmvlies binnen te dringen.