In Duitsland is dit percentage 49%, in Frankrijk en Nederland is het bijna 60%.
Deze cijfers staan te lezen in een uitgebreid onderzoek van de Studiedienst van de Vlaamse regering naar veranderingen in het moderne Vlaamse gezin.
Volgens de onderzoekers kan een verklaring gezocht worden in het feit dat in ons land kinderen nog steeds nauw verbonden worden aan het huwelijk. Want in het geval van samenwonende koppels, betreft het ’slechts’ 20% van de gevallen.
Na de scheiding woont 1 op 3 kinderen permanent bij één van de ouders, ook al is dit in de meeste gevallen de moeder. 1 op 4 kinderen verblijft afwisselend bij beide ouders.
Onze samenleving is echter niet aangepast aan deze nieuwe realiteit. "De combinatie werk en gezin wordt moeilijker na een scheiding", aldus het rapport, onder andere omdat kinderopvang en vervoer fiks doorwegen voor wie er alleen voorstaat.
4 op 10 vrouwen moet hun loopbaan aanpassen na de breuk, omdat de combinatie gezin en werk te moeilijk en te duur wordt. Ons beleid houdt te weinig rekening met deze eenoudergezinnen, want volgens het het jaarboek armoede van de Universiteit Antwerpen loopt 1 op 5 alleenstaande ouders het risico om in armoede te vervallen.
Bron: www.demorgen.be