Je baarmoeder, die 6 tot 8 cm groot was voor je zwangerschap, heeft zich uitgerokken tot 33 cm. Zodra de bevalling afgelopen is, begint je baarmoeder zich terug afwisselend te ontspannen en samen te trekken om terug haar oorspronkelijke grootte te bereiken. De omvang van de baarmoeder is daarna vergelijkbaar met een grote vijg. Het feit dat de baarmoeder verkleint om terug haar oorspronkelijke omvang te bereiken, wordt ‘involutie' genoemd.

De samentrekkingen zelf worden ‘naweeën' genoemd. Naweeën zijn vergelijkbaar met hevige buikkrampen (zoals buikpijn tijdens maandstonden). Ze worden dus als pijnlijk ervaren. Gelukkig gaat het maar om een tijdelijk ongemak. Naweeën treden binnen het uur na de bevalling op en zijn tot 3 à 4 dagen na de bevalling voelbaar.

De naweeën worden meestal pijnlijker na verschillende zwangerschappen omdat de spiervezels verschillende keren moesten uitzetten. De naweeën zijn eveneens pijnlijker als je borstvoeding geeft omdat de baby door het zuigen de productie van ocytocine stimuleert.

Ocytocine is een hormoon dat ervoor zorgt dat de melk toeschiet en dat de samentrekkingen van de baarmoeder stimuleert. Als je beslist borstvoeding te geven, zullen je naweeën heviger zijn maar ook efficiënter om terug een platte buik te krijgen.

De naweeën hebben trouwens als tweede voordeel elk risico op aambeien uit te sluiten: door de bloedvaten samen te drukken die zich geopend hebben bij de doorgang van de baby, kunnen deze vaten zich terug tot haarvaten herleiden.