De cijfers

Op tweejarige leeftijd weegt een kind tussen 10 en 15 kg en is het tussen 78 en 93 cm groot. De gemiddelde schedelomtrek van een tweejarig kind bedraagt 48,5 cm. Vier hoektanden sieren zijn glimlach.

Ontwikkeling

Op 2 jaar is een kind al erg sociaal. Het wil vooral praten, zijn woordenschat verrijken en communiceren. Het kan nu ook een naam plakken op de personen en voorwerpen die hem omringen en stelt voortdurend vragen om ook de naam te kennen van andere voorwerpen. Bij het horen van die nieuwe woorden zal het kind ze herhalen en veel commentaar geven bij alles wat het doet.

Wat doen als ouder?

Je kan je kind helpen door veel te communiceren, door rustig uit te leggen wat je doet en wat je van hem verwacht. Zeg bijvoorbeeld: « Kom je eten ? Ik heb vis en courgettes voor je klaargemaakt. Dat lust je toch graag !» Spreek trouwens zo normaal mogelijk tegen je kind. Het begrijpt ‘correcte' taal even goed als ‘babytaal' zelfs als het de woorden niet op dezelfde manier uitspreekt als jij of als het de woorden nog vervormt. Een kind van 2 beperkt zich bovendien niet tot herhalen maar laat ook zijn verbeelding de vrije loop gaan. Wat taal betreft, hebben meisjes op deze leeftijd vaak een beetje voorsprong op jongens.

Relatie met andere kinderen

Een kind dat op deze leeftijd veel communiceert met volwassenen, zoekt weinig interactie met zijn leeftijdsgenootjes. Het zal ze wel observeren en imiteren zonder echt met hen te spelen.

Het onderscheid tussen jongens en meisjes

2 jaar is ook de leeftijd waarop jongens en meisjes zich van elkaar gaan onderscheiden. Ze zullen daarom de neiging hebben om hetzelfde gedrag aan te nemen als de ouder of andere volwassenen van hetzelfde geslacht. Het kleine meisje van 2 jaar wil alles doen ‘zoals mama' terwijl een jongetje zijn papa of opa zal imiteren. Je kan op dat moment zien dat ze op een andere manier zullen spelen met hetzelfde speelgoed: een jongetje dat met een pop speelt, zal dat op een andere manier doen als een meisje. Meestal hebben volwassenen nu ook al de neiging om speelgoed te geven dat ‘aangepast' is aan hun geslacht, zoals auto's voor jongens, poppen of een kinderservies voor meisjes.

Angsten

Je kind zal op deze leeftijd met een aantal angsten moeten afrekenen: angst voor het donker, angst voor geluiden, voor sommige dieren,... We zullen hier nog uitgebreid op terugkomen in de artikels die volledig aan dit thema gewijd zijn.

Het kind ontdekt zichzelf

Een ander opmerkelijk fenomeen doet zich voor in de tweede helft van het jaar: het kind ontdekt zichzelf. Niet enkel zijn lichaam maar ook zijn persoonlijkheid, zijn plaats in het gezin. Het kind beseft dat het anders is, anders dan zijn papa en mama. Het ontdekt maw het begrip « IK » en maakt bijgevolg ook gebruik van « NEEN » om dit duidelijk te maken. Eens het kind door heeft dat het een andere en volwaardige persoon is, zal het zich verzetten tegen de personen uit zijn nabije omgeving.

De kans is ook groot dat je kind in deze fase zijn autonomie zal opeisen en alleen gelaten wil worden. Hoeveel keer zegt je kind niet « Nee, ik alleen »? Hoewel deze vooruitgang je kan verheugen, kan het kind in deze periode ook erg moeilijk of opvliegend zijn en zich autoritair gedragen. De bedoeling van dit gedrag is niet je te pesten maar wel zijn opkomende zelfstandigheid duidelijk aan te tonen. Probeer in ieder geval kalm en geduldig te blijven. Je kan toch niet aan deze fase ontsnappen want het maakt integraal deel uit van de groei en de ontwikkeling van je kind...