Hoewel de overgrote meerderheid van baby's van 18 maanden kunnen lopen, is er een enorm groot verschil in het aantal woorden dat baby's kunnen uitspreken. Dat kan variëren van 5 tot 50 woorden.

Als je kind weinig woorden gebruikt, hoef je je daar niet dadelijk ongerust om te maken want kinderen kunnen op 2 manieren taal verwerven:

• door zelf te praten
• door te registeren wat ze horen

In het algemeen, beginnen de meeste kinderen met korte zinnetjes die uit 2 woorden bestaan, zoals “papa weg” bijvoorbeeld.

Beste mama's en papa's, spreek dus zoveel mogelijk tegen jullie kind. Praat over alles wat jullie zien tijdens de wandeling, praat tegen je kind wanneer jullie in de bus of in de trein zitten, leg uit hoe je het eten maakt, plak een precieze naam op de vogel, de boom of de bloem die jullie zien...

Maak niet de fout te denken dat je baby je beter begrijpt als je «babytaal» gebruikt. . Je baby zegt « dada » omdat hij paard nog niet kan zeggen maar hij heeft heel goed begrijpen dat je het over dat mooie beest hebt wanneer je paard zegt. Door steeds het woord paard te horen, zal de baby het geleidelijk aan leren uitspreken want een taal leren is eerst en vooral een kwestie van imitatie. Als een volwassene een kind imiteert, vervult hij dus niet zijn rol maar doet hij het omgekeerde.

Het is echter ook niet nodig om het kind ieder keer te verbeteren als het een paard « dada » noemt want dat is ontmoedigend. Blijf het gewoon een paard noemen en je zal zien dat je kind op een dag gewoon paard zal zeggen.

Sommige kinderen spreken niet veel maar begrijpen alles. Voor hen begint taal met een lange periode van registratie. Het kind gebruikt zelf bv. nog maar enkele woorden maar je kan het gerust vragen om de rode zakdoek van papa te nemen op papa's nachtkastje!

Deze kinderen vinden het geweldig om naar verhaaltjes te luisteren en om te luisteren naar je uitleg bij tekeningen en foto's. De dag dat deze kinderen echt beginnen te spreken, zullen ze al een rijke woordenschat hebben.

Kinderen tegen wie men veel gesproken heeft, hebben reeds vroeg een rijke woordenschat. Ontwikkeling van taal is dus een kwestie van interactie tussen de volwassene en het kind.