Risico's voor de baby:

• Er bestaat een verhoogd risico op een late miskraam.

• Bij eeneiige tweelingen die dezelfde placenta delen kan er een onevenwicht ontstaan in de manier waarop de placenta de 2 baby's voedt, waarbij de bloedtoevoer naar een van de 2 baby's groter is. Dit wordt het transfuseur-transfusé-syndroom, of ‘twin-to twin'-transfusiesyndroom (TTS) genoemd.

Het kind dat bloed ‘weggeeft' (de transfuseur) krijgt bloedarmoede en groeit daardoor vaak minder goed dan het broertje of zusje dat extra bloed krijgt (de transfusé). Ook het kind dat extra bloed krijgt, heeft vaak problemen: het hart kan het niet goed aan om dit extra bloed rond te pompen, met als gevolg dat zich vocht ophoopt in het lichaam.

Het kind dat bloed weggeeft, heeft te weinig bloedvolume; de nieren krijgen minder bloed en het kind gaat minder plassen. Het gevolg is dat het vruchtwater rond dit kind afneemt. Het kind dat te veel bloed krijgt, gaat juist meer plassen; daardoor neemt het vruchtwater rond dit kind toe, wat een extra snelle groei van de baarmoeder veroorzaakt.

• Of het nu gaat om een twee-eiige of een eeneiige tweeling, het risico op vroeggeboorte is in ieder geval groter omdat de baarmoeder meer moet uitzetten. In principe is een baarmoeder niet bestemd om meerdere baby's te dragen.

Risico's voor de aanstaande moeder:

• De aanstaande moeder heeft in dit geval dikwijls vroeger en meer last van zwangerschapskwaaltjes: misselijkheid, braken, extreme vermoeidheid, kortademigheid, spataders, zwangerschapsstriemen...

Ook hoge bloeddruk, albuminurie en pre-eclampsie komen meer voor, evenals een voorliggende placenta. Als de placenta zich tegen het einde van de zwangerschap niet terug naar boven verplaatst heeft, zal de gynaecoloog een bevalling met keizersnede voorstellen. In ieder geval is het belangrijk dat de aanstaande moeder van een tweeling genoeg rust tijdens de zwangerschap.

• Ben je zwanger van een tweeling, dan zal je arts je vanaf week 20 vragen je beroepsactiviteit stop te zetten en hij zal je vragen minder tijd aan huishoudelijke taken te besteden. Aarzel dus niet om hulp te vragen aan je ouders of partner.

• Vanaf de zesde maand zal het aantal raadplegingen bij de gynaecoloog verhoogd moeten worden: 1 keer om de twee weken ipv 1 keer om de maand. Er moeten ook meer echografieën worden uitgevoerd om de groei van de baby's op te volgen.