De bevalling zal in dit geval uitgelokt worden door nabootsing van de natuurlijke omstandigheden van een bevalling. Er moeten bijgevolg enkele voorwaarden vervuld zijn:

• Ten eerste moet de ligging van de baby geschikt zijn voor een bevalling.

• Ten tweede moet de baarmoederhals rijp zijn d.w.z. dat de baarmoederhals verweekt is, verkort van 2 naar 1 cm en open gaat (ontsluiting).

Indien de baarmoederhals niet vanzelf rijp wordt, bestaat de mogelijkheid de rijping te stimuleren door het gebruik van hormonen die in gelvorm in de baarmoedermond of vagina worden ingebracht. Meestal is er dan na een dag of 2 ontsluiting. In sommige gevallen hebben deze hormonen echter geen effect.

Zodra de baarmoeder ‘rijp' is, kan de gynaecoloog de vliezen breken met als doelstelling de weeën op gang te brengen. Het is dankzij de prostaglandines die vrijkomen bij het breken van de vliezen dat de weeën worden uitgelokt.

Een andere mogelijkheid om de bevalling in te leiden wordt ‘strippen' genoemd. Deze methode is ook enkel mogelijk als de baarmoederhals rijp is. De baarmoedermond wordt dan door de gynaecoloog of verloskundige met de vingers losgemaakt van de vliezen.

D.m.v een infuus zal het synthetische hormoon ocytocine worden toegediend om de weeën te verhogen en hun frequentie te controleren.

De epidurale verdoving wordt dikwijls voorgesteld bij een ingeleide bevalling omdat de weeën in dit geval pijnlijker zijn en de arbeid duurt meestal ook langer.

Als je ingeleide bevalling kort voor de eigenlijke bevallingsdatum plaatsvindt, zou het kunnen dat de bevalling alsnog spontaan op gang komt. Dan neemt de spontane arbeid het over door de weeën en de ontsluiting te versnellen.