Er zijn drie belangrijke voorwaarden om van borstvoeding geven een succes te maken: zelfvertrouwen, geduld en een goede manier van aanleggen.
Er zijn drie belangrijke voorwaarden om van borstvoeding geven een succes te maken: zelfvertrouwen, geduld en een goede manier van aanleggen. De eerste dagen na de geboorte moet de borstvoeding op gang komen. Dat is zowel voor jou als je baby eventjes wennen. Je moet bijvoorbeeld leren hoe je je baby moet aanleggen om borstvoeding te geven. De verloskundige of vroedvrouw kan je hierbij helpen en tips geven. Geef niet op, je zult zien dat jij en je baby binnen de kortste keren de smaak te pakken hebben
Met de juiste techniek en wat oefenen zul je merken dat het geven van borstvoeding steeds gemakkelijker gaat.
De volgende tips kunnen je wellicht helpen:
1) Zorg dat je in een comfortabele positie zit of ligt en dat je lichaam goed wordt ondersteund. Je kunt verschillende houdingen aannemen tijdens de borstvoeding. Gebruik eventueel een voedingskussen dat je rug en arm ondersteunt als je aan het voeden bent.
2) Houd je baby dicht tegen je aan en hou zijn hoofdje, schouders en lichaam in één lijn.
3) Stimuleer de lippen en het neusje van je baby met je tepel. Moeder Natuur zorgt ervoor dat je kindje zijn mondje wijd open zal doen. Als je baby zijn mondje open heeft, breng je hem naar de tepel (niet andersom!), zodat hij niet alleen de tepel, maar ook een groot deel van de tepelhof in zijn mondje kan nemen. Als je je baby goed hebt aangelegd, zie je alleen nog een stukje tepelhof boven je baby’s bovenlip. Luister goed of je je kindje hoort slikken – een teken dat hij de melk inneemt. Ook kun je kijken of de kaken van je baby bewegen.
4) Gun jezelf voldoende rust en tijd voor het geven van borstvoeding.
5) Je baby masseert met zijn tong en kaken als het ware de melkkanaaltjes leeg. Het is normaal dat je kindje af en toe even een pauze neemt. Heb je problemen bij het geven van borstvoeding? Neem dan contact op met je consultatiebureau of een lactatiekundige.
Hoeveel borstvoeding je geeft, weet je niet precies. Dit is geen probleem. Borstvoeding geven doe je volgens het principe van vraag en aanbod. Je voedt als je kindje erom vraagt. De eerste weken leg je misschien wel acht keer per dag je kindje aan je borst. Na een paar weken komt er bij de meeste baby’s vanzelf regelmaat in. De behoefte van je kindje verandert voortdurend. Er zijn ook dagen dat je kindje onverzadigbaar lijkt. Dit zijn de groeispurten.