Tijdens je zwangerschap word je regelmatig opgevolgd door je gynaecoloog: eerst om de maand en naar het einde toe om de veertien dagen, lees om de week. Bij problemen kan je arts beslissen om meer toezicht uit te oefenen.
Het verloop van elke raadpleging zal relatief gelijkaardig zijn, met uitzondering van bepaalde specifieke onderzoeken die op welbepaalde ogenblikken worden georganiseerd (zoals de echografieën van het tweede en het derde trimester of een eventuele radiopelvimetrie aan het einde van de zwangerschap).
We geven hier een klassiek bezoek weer. De specifieke onderzoeken die je arts kan vragen worden in een andere rubriek besproken.
Het is belangrijk om deze te melden, maar de arts zal je meestal geruststellen door het tijdelijk en goedaardig karakter ervan te verklaren. Verder zal de arts je vragen of je de foetus regelmatig voelt bewegen. Je begint deze bewegingen normaal gezien waar te nemen tussen 16 en 21 weken zwangerschap en bij elke afwezigheid of opvallende afname van deze bewegingen, vooral in rusttoestand, moet je zo snel mogelijk contact opnemen met je gynaecoloog. Deze laatste zal ook vragen of je baarmoederlijke weeën voelt. Het is fysiologisch normaal om tegen het einde van de zwangerschap weeën te hebben, maar deze moeten ondoeltreffend en pijnloos blijven.
°De gewichtstoename moet regelmatig zijn: ongeveer 1 kg per maand, gaande van 5 tot 12 kg in functie van het begingewicht; elke grote gewichtstoename moet gevolgd worden. Een foetus van 3,4 kilo vertegenwoordigt, inclusief enveloppen, vruchtwater en placenta een verplichte gewichtsoverlast van 7 tot 8 kg. Wat betekent dat een vrouw die tijdens haar zwangerschap 7 kg bijkomt en een kind met normaal gewicht krijgt, in feite vermagerd is.
°De bloeddruk van de aanstaande moeder wordt gemeten om een hoge bloeddruk op te sporen. De urine wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van suiker en albumine.
°Het meten van de hoogte van de baarmoeder zorgt voor de goede evaluatie van de inhoud van de baarmoeder (foetaal gewicht en hoeveelheid vruchtwater). De buik wordt betast om de inhoud van de baarmoeder te bepalen, maar ook om de ligging van de foetus te evalueren (top, stuitligging, hoog of laag).
°De gynaecoloog luistert naar de foetale hartkloppingen. Hun frequentie schommelt normaal tussen 120 en 160 kloppingen per minuut.
In functie van je persoonlijke antecedenten, vraagt hij andere onderzoeken.