Valse weeën hebben echter geen invloed op de baarmoedermond. Ze worden ook wel eens voorweeën genoemd omdat ze de baarmoedermond voorbereiden op ontsluiting en de bloedcirculatie naar de placenta stimuleren.
Bij je aankomst in de kraamkliniek kan de vroedvrouw of de verpleegster snel merken of het gaat om valse of echte weeën. Als je baarmoedermond niet verandert is en de ademhaling van je baby heel regelmatig is, zal je terug naar huis worden gestuurd. Het gaat hier immers om een ‘vals alarm'.
Bij ‘valse weeën' of een ‘valse start' lijkt het er dus op dat de bevalling begint hoewel het nog niet zover is. Je kan dit zelf snel te weten komen omdat deze valse weeën ook minder intens en minder frequent worden als je van activiteit of positie verandert. Valse weeën komen meestal ‘s nachts voor, soms zelfs enkele nachten na elkaar en zijn een heel normaal verschijnsel. Vrouwen die al voor de tweede of derde keer zwanger zijn, krijgen sneller valse weeën dan vrouwen die voor de eerste keer zwanger zijn.
Valse weeën worden meestal veroorzaakt door de indaling van het hoofd van je baby in je bekken. Ze hebben echter, in tegenstelling tot echte weeën, geen invloed op de baarmoedermond.