Bij je opname in het ziekenhuis, zal de gynaecoloog of verloskundige je op de geboorte voorbereiden. We beschrijven hier

een aantal routineonderzoeken die je net voor de bevalling zal ondergaan:

• Eerst en vooral zal de gynaecoloog of verloskundige je een aantal vragen te stellen om een idee te krijgen van de situatie. Dit zijn vragen zoals: ‘hoe vaak komen de weeën?', ‘Zijn je vliezen gebroken?'.

• Daarna wordt je onderzocht:

Met een uitwendig onderzoek wordt de ligging van je baby gecontroleerd en wordt geluisterd naar zijn harttonen. De ligging van de baby kennen, is erg belangrijk omdat het bepaalt of een natuurlijke bevalling al dan niet mogelijk is. In geval van afwijkende houdingen (dwarsligging, stuitligging, afgeweken hoofdligging), zal een keizersnede plaatsvinden.

Met een inwendig onderzoek zal worden vastgesteld in hoeverre er sprake in van ontsluiting. De verloskundige zal dan een paar weeën afwachten om nog beter te weten hoe ver de ontsluiting gevorderd is en houdt ook de gynaecoloog op de hoogte van de evolutie.

• Je hartslag, bloeddruk, ademhaling en temperatuur worden nu ook herhaaldelijk gecontroleerd. Door het meten van de bloeddruk kan een eventuele kans op eclampsie snel aan het licht gebracht worden. De temperatuur is een goede indicatie voor een eventuele aanwezigheid van een infectie.

• Met een uitstrijkje zal worden nagegaan of een geen streptococcus aanwezig is die gevaarlijk kan zijn voor de baby.

• Je zal ook wat urine moeten geven, die op eiwit en suiker wordt gecontroleerd.

• De verpleegster of verloskundige zal je ook vragen wanneer je voor het laatst ontlasting hebt gehad om te weten of men je een klysma of een zetpil moet voorstellen om je darmen leeg te maken. Dit kan ongemakken tijdens de bevalling voorkomen maar je bent absoluut niet verplicht om het te laten doen.