We hebben allemaal onvoorwaardelijke liefde nodig; we willen dat men van ons houdt zoals we zijn en voor een baby is dat niet anders. De baby voelt of hij al dan niet geliefd is en dit vanaf het moment dat hij in de baarmoeder de mogelijkheid ontwikkelt om te voelen.
Van 0 tot 6 maanden moet de baby eigenlijk niets anders doen dan gewoon bestaan en ervoor zorgen dat aan zijn noden voldaan wordt: hij heeft nood aan aanrakingen en om op zijn ritme gevoed te worden: hij weent als hij honger heeft en zodra hij gevoed wordt, is hij tevreden.
Een baby wordt, net zoals een volwassene, graag aanvaard zoals hij is. Aarzel daarom niet om tegen de baby te zeggen dat je van hem houdt, of het nu een meisje is of een jongen, of hij nu blauwe, groene, of bruine ogen heeft, zeg dat je van hem houdt zoals hij is.
Het is goed en noodzakelijk dat je de baby laat voelen hoe blij je bent met zijn aanwezigheid, ook als hij eens een moeilijke dag heeft en veel weent of als hij ziek is. De liefde voor je baby kan je ook uitdrukken via de tederheid van je strelingen, via je stem en je blik. De baby is hier trouwens ook gevoelig aan.
Alle (of toch bijna alle) vrouwen zeggen dat ze zielsveel van hun baby houden. Toch heeft iedere moeder het wel eens moeilijk wanneer ze al het mogelijke gedaan heeft: ze heeft baby verschoond, gevoed, ze heeft met hem gespeeld en heeft een liedje gezongen en toch slaapt hij om 4 uur 's nacht nog steeds niet!
In dergelijk geval is het normaal dat het je even te veel wordt. Gewoon erkennen dat je moe en opgejaagd bent of dat je er even genoeg van hebt, doet niks af aan je liefde voor de baby, integendeel. Door je eigen behoeftes van de baby's behoeftes te onderscheiden, kan je je zo organiseren dat de baby de gepaste verzorging krijgt terwijl jij toch even op adem kan komen.
Het feit dat je altijd aandacht schenkt aan je baby's behoeftes, dat je baby aanvaardt zoals hij is zonder er voorwaarden aan te verbinden, geeft je baby eenvoudigweg het gevoel dat hij bestaat. Later zal jouw houding ook je baby's gevoel van eigenwaarde beïnvloeden. En daar zal dan op termijn zijn vertrouwen uit voorvloeien; zijn vertrouwen in anderen, in zichzelf en in de wereld.
De bevrediging van psycho-biologische behoeftes van een zuigeling is een onmisbare en onschatbare investering. De eerste 6 maanden zijn doorslaggevend om je baby tot een zelfverzekerd, intelligent, gevoelig, nieuwsgierig, creatief en tolerant iemand te laten evolueren.
Tijdens de eerste 6 maanden mag de baby je op eender welk moment wakker maken. Hij moet altijd op je kunnen rekenen om gevoed, verschoond en geknuffeld te worden. En het kan dan wel eens zijn dat hij fruitpap knoeit, op je mooie kleren braakt,...
Hij moet ondanks deze ongelukjes aanvoelen dat je toch van hem houdt en dat hij het recht heeft te bestaan zoals hij is, wat hij ook doet. Het enige waar je de eerste maanden streng op kan zijn, is de baby's veiligheid. Maar een baby mag de eerste maanden in geen geval gestraft of uitgesloten worden.
Dat wil niet zeggen dat je na zes maanden je houding moet veranderen. Hoewel er een geleidelijke evolutie zal komen in de verzorging en de opvoeding van je kind, kan je evenveel warmte en liefde aan je kind blijven geven. Dit terwijl je je kind probeert bij te brengen hoe het gevaar kan vermijden, verantwoordelijkheid kan ontwikkelen, wat de beperkingen zijn, hoe het moet luisteren,... de lijst is oneindig.