Het is mogelijk dat je de eerste 24 uur niet spontaan kan urineren, vooral na een epidurale verdoving. In dit geval is er sprake van urineretentie. Afhankelijk van de gewoontes in de kraamkliniek, zal een verpleegster je blaas ledigen met behulp van een sonde of je vragen zelf een kleine inspanning te doen om te urineren.

Urineretentie is van voorbijgaande aard en verdwijnt na 24 uur. Een blaas die te vol is, duwt de baarmoeder naar boven en kan het de baarmoeder moeilijk maken samen te trekken. Op die manier kunnen er bloedingen ontstaan. Binnen de 6 uur na de bevalling is het dus nodig te urineren.

Er is sprake van tijdelijke of voorbijgaande incontinentie als je een beetje urine verliest zonder dat je het kan tegenhouden. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je hoest, lacht, als je je bukt of loopt. Deze kleine incidenten zijn te wijten aan een verslapping van de spieren en de gewrichtsbanden die de hals van je blaas ondersteunen.

Als deze incontinentie blijft aanhouden, zal je gynaecoloog of je vroedvrouw je een aantal sessies bij een gespecialiseerde kinesist voorschrijven. Hij/zij zal je oefeningen geven die je perineum opnieuw versterken.