- Wanneer de vader en de moeder dezelfde Rhesusfactor hebben, is er geen incompatibiliteit.

• Indien de moeder Rh- en de vader Rh+ is, willen de erfelijkheidswetten dat de baby net als zijn vader Rh+ is.

Tijdens de zwangerschap komt het bloed van de baby in principe niet in de bloedsomloop van de moeder terecht. Tijdens de bevalling echter komen wel enkele rode bloedlichaampjes van de baby in het bloed van de moeder terecht. Op dat ogenblik produceert de moeder antilichamen.

Het probleem kan zich stellen bij volgende zwangerschappen: indien de baby Rh+ is, gaan de antilichamen die in het bloed van de moeder gebleven zijn, de placenta doorbreken om de rode bloedlichaampjes van de baby te vernielen, wat tot bloedziekten leidt.

Deze ziekte kan, in zijn ergste vorm, tot het overlijden van de baby in utero leiden of een wisseltransfusie bij de geboorte (het bloed van de baby wordt vervangen) vereisen of, in de minder ernstige gevallen, via eenvoudige fototherapie behandeld worden om de icterus te verzorgen (Opgelet: niet te verwarren met de fysiologische icterus van de pasgeborene!).

Dankzij de ontdekking van het anti-D-serum enkele jaren geleden is deze bloedziekte gelukkig uiterst zeldzaam geworden. Het gaat om gammaglobulines die binnen de 72 uur na de bevalling intramusculair worden ingespoten bij alle Rh- vrouwen die van een Rh+ baby bevielen. Deze gammaglobulines vernielen de rode bloedlichaampjes van de baby die tijdens de bevalling in het bloed van de moeder kwamen en verhinderen deze aldus om eigen antilichamen te maken. Deze gammaglobulines verdwijnen spontaan na enkele weken, zodat ze de bloedlichaampjes van de baby bij een volgende zwangerschap niet kunnen vernielen. Het anti-D-serum wordt preventief ingespoten bij miskraam of abortus, bloedingen tijdens de zwangerschap, cerclage, amniocentese, schokken op de buik of elke andere situatie waarbij gevreesd moet worden voor een vermenging van het bloed van baby en moeder.

In theorie komen de rode bloedlichaampjes van de foetus tijdens de zwangerschap niet in het bloed van de moeder terecht. Bij elke zwangere Rh- vrouw wordt de eventuele verschijning van agglutininen tijdens de zwangerschap systematisch opgespoord via bloedonderzoek: het gaat om de indirecte Coombstest, die vanaf de zesde maand zwangerschap maandelijks wordt uitgevoerd.