We kunnen tegenwoordig een onderscheid maken tussen de klassieke en klinische homeopathie:
- Klassieke homeopathie
De beoefenaars van de klassieke homeopathie houden zich strikt aan de voorschriften van Dr. Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie. Bijgevolg passen ze deze alternatieve geneeswijze toe in haar meest oorspronkelijke vorm.
De homeopaat zoekt in dit geval naar passende geneesmiddelen voor acute of chronische klachten door de algehele toestand van de patiënt in aanmerking te nemen. Eerst en vooral zal de patiënt dus op talrijke vragen moeten antwoorden. Zo kan de homeopaat zich niet enkel een beeld vormen van de klachten maar ook van de mentale en emotionele aspecten die een rol spelen.
Op basis van deze informatie kan de homeopaat het juiste constitutiemiddel voor de patiënt bepalen. Dit is een middel dat in principe alle klachten van de patiënt behandelt, zijn algemene toestand verbetert en zijn weerstand versterkt. Op die manier wordt de ziekte overwonnen.
Samengevat kunnen we dus stellen dat de klassieke homeopathie de mens als geheel centraal stelt.
- Klinische homeopathie
De klinische homeopathie daarentegen richt zich op de klachten zelf. De homeopatische middelen die in dit geval gebruikt worden, werken in op een bepaald orgaan of lichaamsdeel. Het is hier dus niet de algehele persoon maar de ziekte zelf die centraal staat.