Vitamines zijn essentiële bouwstoffen voor het lichaam, die onmisbaar zijn voor de gezondheid. Omdat ze niet of nauwelijks door het lichaam worden aangemaakt, moeten we ze dus binnenkrijgen door middel van voeding.
Het is de Poolse biochemicus Casimir Funk die in 1911 het woord 'vitamine' is beginnen te gebruiken. Hij had ontdekt dat sommige stoffen die stikstof bevatten onmisbaar zijn om sommige ziekten, zoals beriberi, te voorkomen. Hij noemde deze stoffen vitamines, een combinatie van het Latijn 'vita' dat 'leven' betekent en 'amine' voor het aanduiden van een stikstofbevattende stof. Later is gebleken dat niet alle vitamines stikstof bevatten maar de term werd toch algemeen aanvaard en behouden.
Er zijn dertien vitamines:
Vitamines hebben officiële namen, maar op verpakkingen van levensmiddelen kunnen verschillende naamgevingen voorkomen. Meestal worden vitamines met een letter aangeduid. Inmiddels is van iedere natuurlijke vitamine een synthetische variant met dezelfde werking voorhanden.