Een strikte medische opvolging van je zwangerschap is noodzakelijk omdat je placenta zorgt voor de uitwisseling van zuurstof en de nodige voedingsstoffen tussen jou en je baby tot het einde van de zwangerschapsduur, en enkel tot dan. Daarna veroudert de placenta. De werking ervan wordt minder goed en de toevoer naar je baby kan onvoldoende worden.

De baby kan dan last krijgen van uitdroging of een tekort hebben aan suiker of calcium. Het ergste voor de baby is een eventueel gebrek aan zuurstof.

Hulpmiddelen om je zwangerschap op te volgen:

De monitor

Om de twee dagen zal je aan de monitor gelegd worden die het hartritme van je baby registreert. Op millimeterpapier zal het hartritme van je baby opgetekend worden en zo kan men zien of alles goed gaat met de baby. Als het hartritme dikwijls vertraagt, zal de verpleegster dat als abnormaal beschouwen.

Amnioscopie

Met de amnioscopie is het mogelijk het vruchtwater te controleren met behulp van een buisje dat voorzien is van een lampje op het uiteinde. De amnioscopie is dus een middel om te controleren of de zwangerschap zich al dan niet op een normale manier verder zet.

Als het vruchtwater minder doorzichtig wordt, dan wil dat zeggen dat er zich meconium in bevindt. Dat is een slecht teken want het wijst erop dat de uitwisseling tussen moeder en baby niet meer optimaal is. In dat geval wordt de bevalling onmiddellijk ingeleid.

De echografie

De echografie laat toe de hoeveelheid vruchtwater te controleren. Als de hoeveelheid vruchtwater te klein wordt, is je baby in gevaar en wordt de bevalling onmiddellijk ingeleid.