Voor sommigen valt dit moment zelfs vroeger.

Voordat je de kraamkliniek verlaat, heb je nog een consultatie met een arts voor meer informatie hierover en vervolgens bekijk je met je gynaecoloog wat de beste anticonceptiemethode voor jou is.

Wat zijn de mogelijkheden?

Je beschikt over een zeer ruimte keuze aan voorbehoedsmiddelen.

De pil

Er bestaan twee soorten pillen. Welke je kiest, hangt af van het feit dat je borstvoeding of flesvoeding geeft.

Let op: neem niet degene die je voor je zwangerschap had; mogelijk is deze niet langer geschikt voor jou. Bespreek dit met je gynaecoloog.

Het spiraaltje

Dit is een veilige methode als je borstvoeding geeft en kan op zijn vroegst 6 weken na de bevalling door je gynaecoloog of een vroedvrouw geplaatst worden.

Het anticonceptiestaafje

Ook mogelijk als je borstvoeding wilt geven. Het implantaat kan vrij snel na het verlaten van de kraamafdeling worden geplaatst en is 3 jaar werkzaam. Het is een kleine langwerpige capsule, die in je arm geplaatst wordt en voortdurend hormonen vrijgeeft.

De anticonceptiepleister

Is niet aangewezen als je borstvoeding geeft. Elke week plak je een pleister.  Na drie weken volgt een week zonder pleister.  

De vaginale ring

Dit middel is niet aangewezen als je borstvoeding geeft. De ring dient iedere 3 weken vervangen te worden.

Condooms

Je hebt er voor de man en voor de vrouw. Geschikt voor jullie beiden.