Wat kan je dan wel doen? Op zich is het simpel: reageren en de baby bij jou dragen.
Dat lijkt logisch maar als je baby veel huilt, dan denk je daar soms anders over. Dan voel je je alsof de baby je straft omdat je eens naar het toilet durft gaan of een boterham probeert te eten. Of dat je baby het expres doet, of dat je niets waard bent omdat jij hem zelfs niet kan troosten, of dat het ‘tijd’ is dat de baby ‘leert’
STOP! Het is belangrijk om te weten dat een baby eigenlijk niets kan, en zeker geen plannetjes bedenken om zijn ouders te pesten. Een baby huilt omdat hij iets mist (aanraking, warmte), iets nodig heeft (melk) of oncomfortabel is, door kou of pijn.
Wat kan je dus best doen, zeker het eerste jaar? Onmiddellijk reageren als de baby huilt en hem geven wat hij nodig heeft: eten, drinken, een verse luier en massa’s knuffels. Uit onderzoek kwam al naar voren dat baby’s minder huilen als moeders onmiddellijk en altijd reageren op gehuil van de baby.
Interessant genoeg maakte het geen verschil of de baby snel stopte met huilen: onmiddellijk reageren was belangrijker dan de baby snel stil krijgen om het huilen te doen verminderen. Dat komt omdat huilen in het begin van het leven de enige vorm van expressie is die de baby kent. Andere vormen van communicatie worden na verloop van tijd ontwikkeld, vooral bij moeders die prompt reageren op het gehuil. En omdat de baby’s andere vormen van communicatie kennen, hoeven ze niet te huilen…
Zal dit de baby niet te veel verwennen? Het antwoord is nee. Als je zo’n opmerking krijgt, komt die meer dan waarschijnlijk van iemand die een paar generaties geleden kinderen opvoedde. Momenteel zijn de meeste experten het erover eens dat je een baby niet kan verwennen de eerste zes maanden (of zelfs het eerste jaar, afhankelijk aan wie je het vraagt). Een baby die huilt, is ongelukkig. Die laten huilen, zorgt dus enkel voor meer stress want de baby snapt niet dat hij niet bij zijn mama is.
Wat nog helpt om baby’s minder te doen wenen, is de baby dragen. De cijfers zijn zelfs redelijk spectaculair: baby’s die bijkomend gedragen worden op het huilpiekmoment (zes weken), huilen over het algemeen gesproken 43 procent minder. Tussen 4 uur in de namiddag en middernacht is dat zelfs 51 procent minder. De cijfers waren minder spectaculair op 4, 8 en 12 weken maar die baby’s huilden wel nog altijd minder. We zijn nu wel een tikje benieuwd naar wat er gebeurt na middernacht, maar dat vermeldt de studie helaas niet.
Uiteraard is het onmogelijk huilen bij baby’s helemaal weg te nemen: het is nu eenmaal hoe ze in de eerste weken en maanden communiceren. Zelfs met onmiddellijk reageren en draagzakken, zullen er momenten zijn dat de baby ontroostbaar is en/of dat je met de handen in het haar zit. Weet dat je niets meer kan doen dan nakijken of alle basisvoorwaarden (honger, dorst, te warm, te koud, verse pamper, knuffels en affectie) vervuld zijn en er zijn voor de baby. Het is een fase, beloofd.
Kanttekening: als je het gehuil niet meer aankan, is het beter om je te verwijderen van de baby. Alle onderzoeken ten spijt: veiligheid komt voorop. Als je de baby iets zou aandoen omdat het huilen niet stopt - je zou ervan verschieten hoeveel mensen zo’n punt bereiken - dan is het beter de baby te laten huilen en zelf ergens tot rust te komen. Als je langer dan een paar minuten nodig hebt, zorg dan voor een babysit. Is de baby heel vaak en heel lang ontroostbaar, dan is het de moeite een huildagboek bij te houden en langs te gaan bij de pediater.
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met Mama Baas.